Arguments

Pourquoi faut-il supprimer
le statut de cohabitant·e ?

  • La solidarité présupposée au sein des couples ou entre cohabitant·es de manière générale n’est pas toujours présente. Ce qui crée des situations de dépendance contraires à l’égalité entre hommes et femmes et à l’autonomie de ces dernières.

  • Ce sont les femmes le plus souvent qui sont amenées à renoncer à leur activité professionnelle ou à leur indemnisation en cas de chômage ou d’invalidité en cas de temps partiel et de bas salaire, dès lors que le statut de chef de ménage est financièrement plus avantageux pour la famille.

  • Prendre en compte les nouveaux modes de vie et nouvelles formes d’habitat (colocataires avec ou sans lien de parenté et/ou affectif, habitat groupé, logement intergénérationnel…) et ne plus pénaliser la solidarité informelle intrafamiliale1Y compris en hébergeant un parent malade ou en perte d’autonomie ou un enfant en difficulté, en permettant par exemple à des mamans solos cohabitantes de mutualiser la garde des enfants … ou citoyenne qui ne se résume pas à la réduction d’une partie des frais de la vie courante.

  • Mettre fin aux contrôles domiciliaires, qui posent question notamment en termes de respect de la vie privée, de réduire la méfiance à l’égard des institutions sociales censées accompagner les personnes en difficulté qui conduisent celles-ci à éviter d’y recourir et d’éviter l’incertitude juridique (et l’inégalité de traitement qu’elle engendre) liée à la multiplicité des règles suivant les types d’allocation et de leurs interprétations.

  • Supprimer le statut de cohabitant·e est une mesure qui a certes un coût, mais qui entraînerait aussi l’annulation ou la réduction de certaines dépenses, notamment le coût des contrôles (tout en dégageant du temps qui manque pour l’accompagnement des ayants droit), les impacts sur les dépenses liées à la pauvreté, sur les dépenses de santé, sans oublier les effets retour sur la consommation, l’emploi et les recettes publiques.

  • Exiger la fin de cette injustice et de cette discrimination que constitue le fait de percevoir un montant plus faible quand on cohabite, ce qui constitue une réduction du droit pour lequel les cohabitant·es ont cotisé ni plus ni moins que les autres catégories comme les isolé·es et les chefs de ménage.

  • L’individualisation des droits est aujourd’hui une nécessité, une obligation, une urgence. Sa mise en œuvre devra se faire en préservant les droits conquis des personnes concernées et en prévoyant des périodes transitoires pour leur éviter toute perte. Parallèlement, il faudra également impérativement revaloriser les indemnités et allocations des personnes isolées et ayant charge de ménage, afin qu’elles atteignent un montant minimal supérieur de 10 % au seuil de pauvreté.

  • Face à la crise énergétique et à l’inflation du coût de la vie, la suppression du statut de cohabitant·e serait un levier efficace de lutte contre l’appauvrissement. Une telle mesure permettrait aux citoyen·nes d’envisager d’autres formes d’habitat. Elle allégerait indéniablement un quotidien devenu difficile pour beaucoup d’entre nous et permettrait également de lutter contre l’isolement social dans lequel sont enfermé·es les bénéficiaires d’un revenu de remplacement. La suppression du statut de cohabitant·e permettrait en outre de lutter efficacement contre le mal-logement, les passoires énergétiques et les « marchands de sommeil ». Le COVID-19 mais aussi les inondations avaient aussi davantage fait prendre conscience que personne n’est à l’abri de difficultés et de tomber, à un moment ou à un autre, sous le coup de ce statut.

  • L’urgence récente a montré qu’il était possible de supprimer dans les faits le statut de cohabitant·e. En effet, certaines catégories de personnes impactées par le COVID-19, ou encore d’autres sinistrées par les récentes inondations ont pu bénéficier d’une suspension temporaire du statut de cohabitant·e et bénéficier d’allocations au taux d’isolé·e.Il est donc possible de se passer de ce statut. Supprimons-le définitivement !

Waarom moet het statuut samenwonende worden afgeschaft ?

  • De veronderstelde solidariteit binnen koppels of tussen samenwonenden in het algemeen bestaat niet altijd. Dit leidt tot afhankelijkheidssituaties die in strijd zijn met de gendergelijkheid en met de autonomie van vrouwen.

  • Het zijn vooral vrouwen die bij deeltijds werk en lage lonen hun beroepsactiviteit of werkloosheids- of arbeidsongeschiktheidsuitkering moeten opgeven, omdat het statuut van gezinshoofd financieel voordeliger is voor het gezin.

  • Er moet rekening gehouden worden met nieuwe levensstijlen en nieuwe woonvormen (huisgenoten met of zonder familie- en/of emotionele banden, cohousing, kangoeroewoningen, enz.) en de informele solidariteit binnen het gezin mag niet langer afgestraft worden[noot]wanneer men onderdak biedt aan een zieke ouder, een ouder die zijn autonomie verliest of een kind in moeilijkheden. Alleenstaande moeders moeten bijvoorbeeld kunnen samenwonen om de zorg voor de kinderen te delen…[noot]. Daarnaast moet de solidariteit tussen burgers meer kunnen zijn dan het louter drukken van de levensonderhoudskosten.

  • Er moet een einde gesteld worden aan de thuiscontroles. Deze thuiscontroles roepen namelijk vragen op qua eerbiediging van de privacy en qua vertrouwen in de sociale instellingen die geacht worden mensen in moeilijkheden te steunen. Hierdoor vermijden zij er een beroep op te doen en vermijden zij de rechtsonzekerheid (en de daaruit voortvloeiende ongelijke behandeling) omwille van de ontelbare regels naar gelang van het soort uitkering en de interpretatie hiervan.

  • De afschaffing van het statuut samenwonende is een maatregel die zeker kosten met zich brengt, maar ook bepaalde uitgaven zou doen verdwijnen of verminderen, met name de kosten van de controles (tegelijkertijd komt er tijd vrij voor de begeleiding van de rechthebbenden), de impact op de uitgaven in verband met armoede en op de gezondheidszorg, om nog maar te zwijgen van de return-effecten op de consumptie, de werkgelegenheid en de overheidsinkomsten.

  • Er moet een einde komen aan de onrechtvaardigheid en discriminatie dat samenwonenden een lager bedrag ontvangen, wat een inkrimping inhoudt van een recht waarvoor de samenwonenden noch meer noch minder hebben bijgedragen dan andere categorieën zoals alleenstaanden en gezinshoofden.

  • De individualisering van de rechten is nu een noodzaak, een verplichting en een noodsituatie. Zij moet op zodanige wijze worden uitgevoerd dat de door de betrokkenen verworven rechten behouden blijven en dat er overgangsperioden worden ingesteld om elk verlies te voorkomen. Tegelijkertijd is het van essentieel belang dat de uitkeringen van alleenstaanden en mensen met huishoudelijke verantwoordelijkheden worden verhoogd tot een minimumbedrag van 10% boven de armoedegrens.

  • Gezien de energiecrisis en de inflatie van de levensonderhoudskosten zou de afschaffing van het statuut samenwonende een doeltreffende hefboom zijn in de strijd tegen de verarming. Een dergelijke maatregel zou de burgers in staat stellen andere woonvormen te overwegen. Het zou ontegenzeggelijk het dagelijks leven verlichten dat voor velen van ons moeilijk is geworden en we zouden er ook het sociale isolement mee kunnenbestrijden waarin de begunstigden van een vervangingsinkomen verstrikt zitten. De afschaffing van het statuut samenwonende zou het ook mogelijk maken om doeltreffend op te treden tegen slechte huisvesting, energievretende woningen en huisjesmelkers. COVID-19 en de overstromingen hadden de mensen er ook meer van bewust gemaakt dat niemand immuun is voor moeilijkheden en op een bepaald moment afhangen van een vervangingsinkomen.

  • De recente noodsituatie heeft aangetoond dat het mogelijk is het statuut samenwonende in de feiten af te schaffen. Bepaalde categorieën van personen die door COVID-19 of de recente overstromingen werden getroffen, konden namelijk een tijdelijke opschorting genieten van het statuut samenwonende en hetzelfde uitkeringsbedrag ontvangen als een alleenstaande. Het is dus mogelijk om het zonder dit statuut te doen. Laten we het voor eens en voor altijd afschaffen!